“Ik wil iets achterlaten. Niet in de vorm van rijkdom aan goederen of heel veel vrienden, maar in de vorm van iets waardoor anderen verder kunnen in hun leven. Je plant een zaadje en doet een dansje, zodat de zon weer gaat schijnen en er iets moois gaat groeien. Mijn passie is mensen ondersteunen en het beste in hen naar boven te brengen. Ik geloof er sterk in dat ieder mens zelf de expert is van zijn leven en dat hij alle skills in zich heeft om tot oplossingen te komen voor problemen.”
De gedrevenheid spat eraf bij Veronique Vlijter, sociaal werker in Amsterdam én mentor/leercoach van eerstejaarsstudenten Social Work bij Hogeschool Inholland.
'Ik heb niet de illusie dat ik het stigma kan laten verdwijnen, maar ik hoop dat ik de buitenwereld anders naar deze doelgroepen kan laten kijken.'
Hoe is dat vuur aangewakkerd? Veronique vertelt: “Tijdens mijn mbo-stage en werk als sociaal werker bij Arkin in Amsterdam heb ik kennisgemaakt met verschillende doelgroepen die allemaal kampen met psychosociale problemen. Op een gegeven moment wist ik, dit wil ik de rest van mijn leven blijven doen. Mijn hart gaat vooral uit naar dak- en thuislozen, vaak in combinatie met verslaving en een psychiatrische achtergrond.
Deze mensen worden geconfronteerd met een heel complex leven waar de voorzieningen en de benadering van de overheid vaak niet op aansluiten. Bovendien hebben ze nog meer dan anderen te maken met vooroordelen en onbegrip van de buitenwereld: ‘Het is je eigen schuld dat je in deze situatie terecht bent gekomen; je had een andere keuze kunnen maken’. Door dat stigma wordt hun achtergestelde positie alleen maar groter.”
“Ik heb niet de illusie dat ik het stigma kan laten verdwijnen, maar ik hoop dat ik de buitenwereld anders naar deze doelgroepen kan laten kijken. Niet als mensen met een rugzak vol problemen, maar met een kruiwagen vol kwaliteiten. Dat klopt ook met de participatiegedachte: je gaat mensen niet dingen opleggen, maar laat hen zelf aan de slag gaan en maakt gebruik van hun veerkracht.”
Na het mbo merkte Veronique dat ze behoefte had aan meer diepgang en uitdaging en koos voor de hbo-opleiding Social Work van Hogeschool Inholland .Inmiddels heeft ze haar diploma behaald én sinds augustus 2022 docent aan de opleiding.
“Dat laatste had ik vooraf nooit kunnen bedenken. Integendeel, ik dacht: docent, wat een vreselijke baan is dat! Ik zag mijzelf niet in die rol. Tijdens mijn opleiding is mijn kijk veranderd. Zo was ik lid van de medezeggenschapsraad. , een mooie ervaring, om als student de kans te krijgen mee te denken en te praten over onderwijs. Ook was ik coach van eerstejaars om ze te helpen zich thuis te voelen op de hogeschool. Ik volgde een coachtraining, workshops, gaf masterclasses en heb lessen ontworpen.
Daarna was ik helemaal óm en wist ik: dit is iets dat ik mezelf zie doen.
“Het klopt met de belofte die ik lang geleden aan mezelf heb gedaan,” verduidelijkt Veronique. Ik ben opgegroeid in een groot gezin. Zolang ik me kan herinneren, zorg ik al voor anderen. Dat is heel vanzelfsprekend voor mij. Het was dus ook logisch dat ik daar mijn beroep van wilde maken.
Dat gevoel is alleen maar sterker geworden toen ik zelf in de jeugdhulpverlening terechtkwam, als hulpvrager. Ik kwam in een woongroep terecht en zag hoe het daar ging. Het verschil tussen begeleiders was heel groot. Een deel deed het met passie en vanuit hun hart, maar er waren ook begeleiders die hun werk niet goed konden uitvoeren. Vaak was ik de oudste in een groep en dan neem je automatisch een bepaalde rol op je. Een beschermende rol in dit geval.
In die tijd deed ik een belofte aan mezelf: ‘Als je later groot bent, ga ik iets neerzetten dat jongeren kan ondersteunen in hun leven’. Dat doe ik nu, vanuit twee rollen: sociaal werker en docent.”
Verbindende schakel tussen opleiding en werkveld
“Onderwijs en werkveld zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het ene kan niet goed functioneren zonder het andere. Voor mij zijn het niet twee werelden, maar één wereld die voortdurend in beweging is en waarin organisaties verschillende accenten leggen. Het mooie van mijn twee rollen is dat ik een verbindende schakel kan zijn.
Mijn visie op onderwijs is in lijn met mijn visie op sociaal werk. De focus ligt op uitgaan van iemands sterke punten en wat hij of zij daarmee kan op de lange termijn. Waar wil jij naartoe, wat heb je zelf al gedaan en wat kun je nog verbeteren? Wat er niet goed gaat, negeren we niet, want het vormt ook een onderdeel van iemands ontwikkeling, maar daar ligt niet de nadruk.”
Alleen als je jezelf kent, kun je anderen helpen
“In ons werk is er maar één manier waarop je het verschil kunt maken: met jezelf, als persoon! Een timmerman heeft een gereedschapskist, maar een sociaal werker heeft alleen zichzelf als gereedschap. Je staat met je blote bast in het werkveld. Als je jezelf niet kent, kun je anderen niet helpen om zichzelf te leren kennen.
Dat vergt moed, om kritisch naar jezelf te zijn en de confrontatie aan te gaan met wie je echt bent, inclusief de mindere periodes in je leven en hoe je daarmee bent omgegaan. Ik gebruik mijn eigen ervaringen als voorbeeld en zie het als mijn taak om zelfbewustzijn bij studenten te creëren en hen vertrouwen te geven: je kán het. Heel vaak zeg ik tegen studenten: ‘Laat je stem horen. Niet alleen hier op school; je komt straks in een organisatie en een team terecht. Dan moet je ook kunnen opkomen voor andere doelgroepen én voor jezelf. Wij bieden je een veilige omgeving waarin je dat kunt oefenen, maak daar gebruik van!”
'Wat er niet goed gaat, negeren we niet, want het vormt ook een onderdeel van iemands ontwikkeling, maar daar ligt niet de nadruk.'
Wie je ook bent en waar je ook vandaan komt, we willen je graag leren kennen. Wat zijn jouw unieke eigenschappen? Daar zijn we nieuwsgierig naar, want daarin zit jouw unieke kracht. Het verschil zit in jou. En dus beginnen we bij jou, en wie jij bent als persoon.
Tegelijkertijd denken en werken we altijd in de wij-vorm. Want als individu ben jij krachtig, maar samen zijn we onoverwinnelijk.